‘Een glaasje wijn per dag goed voor de gezondheid? Larie!’
Dossier: kankerkoning alcohol
‘Ik heb me zo schuldig gevoeld toen ik borstkanker kreeg en ontdekte dat ik het mezelf had aangedaan.’ Steeds meer wetenschappelijk onderzoek legt een duidelijk verband tussen alcoholgebruik en verschillende soorten kanker, maar toch weten de meeste mensen van niets. Zelfs wie het bij één of twee glaasjes per dag houdt, verhoogt zijn kansen om op een dag in het dokterskabinet een verpletterende diagnose te krijgen.
Humo ging praten met patiënten die de link tussen het woekerweefsel in hun lichaam en hun liederlijke leven durven te leggen. ‘Ik had gesolliciteerd voor borstkanker zonder dat ik het doorhad.’
Het blijkt een uiterst gevoelig onderwerp, merken we in onze zoektocht naar getuigen. Het is natuurlijk niet niks, de gedachte dat je je ziekte te danken hebt aan je eigen levensstijl. Veel patiënten zoeken liever andere, neutralere oorzaken voor de lijdensweg waar ze doorheen moeten. De meeste kankers zijn nog altijd een kwestie van brute pech. Uit studies blijkt dat ruim 60 procent te wijten is aan genetische factoren, toevallige fouten in de celdeling, spontane mutaties en ongekende oorzaken. Maar bijna 40 procent van de kankers is vermijdbaar, omdat ze te wijten zijn aan onze levensstijl. De grootste oorzaak in die categorie is roken, gemiddeld verantwoordelijk voor 15 procent van de kankers, zo blijkt uit recente cijfers van het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek. Veel minder bekend is dat ook zwaarlijvigheid en alcohol belangrijke risicofactoren zijn. Obesitas ligt aan de basis van ongeveer 6 procent van de kankers. En ja, ook alcohol is een kankerverwekker: in België wordt 5,2 procent van de kankers bij mannen veroorzaakt door alcoholgebruik. Bij vrouwen gaat het over 3,4 procent. Samen is dat 4,4 procent, en daarmee scoren wij – en veel landen in West-Europa – iets boven het wereldwijde gemiddelde, dat op 4,1 procent aftopt. Het gaat vooral om borstkanker, leverkanker, hoofd- en halskanker, slokdarmkanker en darmkanker. Van de 70.000 kankerdiagnoses die er in België jaarlijks bij komen, zijn er 3.300 te wijten aan de flesjes die we kraken bij elk feestje, elke vriendenbijeenkomst, of gewoon-omdat-we-er-zin-in-hebben.
‘Mensen willen het gewoon niet weten, ze willen drinken,’ zegt journaliste Caroline Griep (56), die op haar 50ste de diagnose borstkanker kreeg en de link legde met de wijntjes die ze jarenlang gretig nuttigde.
Caroline Griep: ‘Als je er iets over zegt, vinden de anderen je gewoon vervelend. Ze geloven je niet. ‘Waar haal je dat nu?’ Of ze halen de schouders op: ‘Je krijgt tegenwoordig overal kanker van.’ En: ‘Je weet nooit zeker of het wel met die drank te maken heeft.’ Het is echt een taboe. Daarom begin ik er nooit zelf over, anders word je nergens meer uitgenodigd. Het is gewoon geen prettig gespreksonderwerp. Ik vind ook niet dat iedereen nu maar moet stoppen met drinken. Maar als iemand erover wil praten, dan vertel ik mijn verhaal. Ik wil dat mensen zich bewust zijn van de mogelijke gevolgen voor hun gezondheid. Want zelf had ik helemaal niets door.’
HUMO Jij lustte wel een glaasje.
Griep: ‘Maak er maar gerust een flesje van. Ik was geen hardcore alcoholiste, ik ken veel mensen die meer dronken dan ik, maar ik had zeker een doseringsprobleem. Ik dronk echt niet elke dag, maar áls ik dronk, bleef het nooit bij één glas. Het werd direct de hele fles. Ik rookte er ook altijd flink bij. Dat was iets dat ik al deed sinds mijn studententijd, waar ik ontdekte dat ik bier wel lekker vond en waar we allemaal veel dronken. Ik kom ook uit een familie waar gezellig drinken heel normaal was. Ik stond er geen seconde bij stil.
‘Toen ik mijn diagnose kreeg, was ik al dertien jaar nuchter. Kanker? Ik? Waarom was ik dan gestopt?’
Beeld Lukas Verstraete
In de zomer van 2015 – ik was net 50 geworden – voelde ik dat er iets mis was. Ik was doodmoe en wankel, en dat kwam omdat ik te veel dronk, vermoedde ik. Ik nam me elke dag voor om gezonder te gaan leven. Maar dan kwam ik voorbij het caféterras om de hoek en zaten mijn buurvrouwen daar. Echt heel leuke vrouwen, maar elke keer dacht ik: o nee! Eéntje dan, nam ik me telkens voor. Drie uur later, met een fles wijn en een pak sigaretten op, strompelde ik naar huis. Dat was verschrikkelijk. Ik ben zo blij geweest toen die buurvrouwen verhuisden, want ze zaten er altíjd.
Op deze manier word ik geen 53, dacht ik op een nacht, toen ik weer eens vanuit mijn bed naar de wc strompelde. De volgende ochtend ben ik naar mijn huisarts gegaan, in tranen. Ik voelde dat ik afhankelijk begon te worden van de alcohol, en dat vond ik heel vervelend. Ik was ook bang voor mijn gezondheid. Mijn huisarts raadde me aan om hulp te zoeken om te stoppen, en om het bevolkingsonderzoek borstkanker niet af te wachten en een mammografie te laten maken.
Ik was drie weken gestopt toen ik hoorde dat ik borstkanker had, in oktober 2015. ‘Komt dat door mijn liederlijke leven?’ vroeg ik aan de oncoloog. Dat kon ze niet met zekerheid zeggen, maar het kon wel meegespeeld hebben. Maar toen ik ging googelen, stond het daar zwart op wit, op betrouwbare sites over kankeronderzoek: alcohol verhoogt het risico op borstkanker doordat het de hormoonhuishouding beïnvloedt. Waarom wist ik dat niet? Was het al lang groot nieuws en had ik het genegeerd?
Ik heb me ontzettend schuldig gevoeld. Ik heb er ook met een psycholoog over gesproken, want dat is heel heftig. ‘Ik heb onbewust gesolliciteerd voor borstkanker,’ zei ik tegen een vriendin. ‘En ik had niet gedacht dat ik de vacature zou krijgen.’ Mensen zeiden me: ‘Je weet toch nooit echt of het daardoor komt, waarom doe je jezelf dat aan?’ Dan zeg ik: ‘Omdat ik denk dat het zo is.’’
HUMO Het is ook nooit zwart op wit bewezen, toch?
Griep: ‘Er is niet aan de tumor te zien of die nu door de wijntjes komt of door iets anders. Maar het is wel een risicofactor. De kans is één op zeven of acht dat je borstkanker krijgt, maar als je drinkt, wordt die kans groter. Daar wist ik dus helemaal niks van. En dat je je met je alcoholconsumptie blootstelt aan een heel spectrum van kankers, was me compleet onbekend.
Ik merk dat artsen in ziekenhuizen er ook niet vaak over praten, omdat ze kankerpatiënten geen schuldgevoel willen geven. Als je de boodschap krijgt dat je kanker hebt, is dat zo’n ontwrichtende schok, dat ze je daar niet nog eens mee willen confronteren. En patiënten zelf willen ook liever niet weten dat het misschien daaraan te wijten is. Hun omgeving trouwens ook niet. Dat vind ik heel opvallend.’
Twee pintjes per dag
Van alcohol kun je kanker krijgen. De organisatie Kom op tegen Kanker is van plan om daar de komende jaren een speerpunt van haar preventiebeleid van te maken. ‘Net zoals bij zwaarlijvigheid is de link tussen alcohol en kanker nog heel onbekend bij de mensen,’ zegt Ann Gils van de preventiedienst van Kom op tegen Kanker. De volgende vijf jaar willen ze nauw samenwerken met de VAD (Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs).
Ann Gills: ‘We willen er eerst voor zorgen dat de bevolking zich bewust wordt van die risicofactoren. Dat zwaar drinken niet goed is, weet iedereen. Niemand wil dronken studenten in de stad en ongelukken op de weg. Maar dat ook matig drinken het risico op bepaalde kankers verhoogt, zal veel moeilijker zijn om de mensen te laten beseffen.
In 2017 kregen in de Europese Unie 3,7 miljoen mensen kanker, waarvan 172.600 gevallen aan alcohol gerelateerd waren. Ongeveer 23.000 mensen dronken minder dan twee glazen per dag. Het waren dus geen zware drinkers. Zo’n 8.500 mensen dronken zelfs maar één glas of minder. De mythe dat een glaasje wijn per dag juist goed is voor de gezondheid, is dus larie.
Dat horen de mensen gewoon niet graag, omdat drinken zo in onze cultuur gebakken zit. Er gaat geen feest voorbij zonder dat er een glaasje wordt gedronken, of meerdere. Daarom wordt het een moeilijk en gevoelig thema. We willen kankerpatiënten ook zeker niet stigmatiseren.’
HUMO Op welke manier kan alcohol kanker veroorzaken?
Gils: ‘Op verschillende manieren. Alcohol wordt in je lichaam omgezet tot de kankerverwekkende stof acetaldehyde, die schadelijk is voor het erfelijk materiaal, namelijk het DNA van onze cellen. Bovendien wordt ook het herstel van die schade erdoor afgeremd. Daarnaast gaat alcohol je hormoonspiegel verstoren. Je natuurlijke oestrogeenspiegel kan stijgen, waardoor cellen zich sneller zullen delen. Hoe meer celdeling, hoe hoger de kans dat er iets fout loopt in die celdeling, en hoe hoger je risico op kanker. Ten slotte zorgt alcohol in je lichaam ook voor zogenaamde oxidatieve stress in de cellen, wat ook voor schade aan het DNA kan zorgen, en verhindert het de opname van foliumzuur, essentieel voor een goede opbouw van je cellen.»
HUMO Ook matig drinken kan leiden tot kanker, zegt u. Maar wat is matig?
Gils: ‘In internationale studies bedoelen ze daarmee minder dan 20 gram alcohol per dag – waarbij één pintje of een standaardglas wijn overeenkomt met 10 tot 12 gram. Dat betekent dus minder dan twee pintjes of glazen wijn per dag. De gematigde drinkers zijn meestal de hogeropgeleiden, inclusief de vrouwen. Gebruik je tussen de 20 tot 60 gram per dag, dan zit je bij de risicodrinkers. Dat zijn bijvoorbeeld bingedrinkers die in het weekend doorzakken maar in de week niet drinken. Boven die grens van 60 gram ben je een zware drinker.’
HUMO In een studie las ik dat één standaardglas alcohol per dag je kans op borstkanker met 9 procent doet stijgen. Dat is enorm.
Gils: «Dat is zo, en bij borstkanker stijgt het risico naarmate je meer drinkt. Ik heb ooit een dokter horen zeggen: ‘Wat roken is voor de longen, is alcohol voor de borsten.’ Het type alcohol speelt daarbij geen rol. Bij dikkedarmkanker wordt er in overzichtsstudies een verhoogd risico vastgesteld vanaf meer dan twee glazen alcohol per dag. Leverkanker zie je vooral bij zwaardere drinkers die meer dan drie glazen per dag drinken.
Voor België zijn er geen cijfers over de link met alcohol per kankersoort, al weten we wel dat het voor slokdarm-, mond- en keelkanker één van de belangrijkste risicofactoren is. Zeker in combinatie met roken: als je zeer zwaar rookt en zeer zwaar drinkt, heb je 50 keer meer kans op slokdarmkanker.’
HUMO Met een gemiddelde van 4,4 procent alcoholgerelateerde kankers zitten we in België wel hoger dan het wereldwijde gemiddelde, met 4,1 procent.
Gils: ‘Ja, wij zitten hoger, maar dat geldt voor zowat heel West-Europa (4,2 procent). Oost-Europa zit nog een stuk hoger dan wij. Als je kijkt naar landen waar een afradingsbeleid rond alcohol wordt gevoerd, bijvoorbeeld door hogere prijzen, ligt het een stuk lager. In Zweden ligt het aantal kankergevallen te wijten aan alcohol op 2,8 procent.
Wereldwijd zijn jaarlijks 741.000 nieuwe gevallen van kanker te wijten aan alcohol. Wel zien we dat het alcoholgebruik tussen 2000 en 2016 is afgenomen met 5 procent, omdat sommige landen een strenger beleid voeren en het bewustzijn rond de negatieve effecten groeit. De Europese Commissie heeft in februari een Europees kankerplan voorgesteld, Europe’s Beating Cancer Plan, met een aantal aanbevelingen voor het beleid. Daarin noemen ze het cruciaal voor de preventie dat de link met alcohol meer bekendheid krijgt. Ze willen het alcoholgebruik in Europa tegen 2025 met 10 procent terugdringen.’
Wilfried Van der Borght: ‘De meeste van onze lotgenoten schamen zich te diep om met hun verhaal naar buiten te komen.
Daarom wil ik het doen. De mensen moeten dit weten.’
Beeld Geert Van de Velde
Glazen boterham
In 2018 kregen 741 mannen en 320 vrouwen in België een diagnose van leverkanker. Wilfried Van der Borght (74) was bij de ongelukkigen, 21 jaar nadat hij stopte met drinken. Johan (59) kreeg dat jaar op zijn 56ste hetzelfde verdict, tien jaar na zijn laatste druppel. Beide mannen waren van jongs af vlotte drinkers. Beiden ontwikkelden een alcoholprobleem, kwamen jaren later tot inzicht en besloten, toen de levercirrose toesloeg, de alcohol uit hun leven te bannen. Allebei zochten ze hun toevlucht tot SOS Nuchterheid, een vrijzinnig alternatief voor de Anonieme Alcoholisten (AA), waar ze elkaar leerden kennen. Nu delen ze ook hun lot als kankerpatiënt, wat geen van beiden ooit had verwacht. Van een verband tussen alcohol en kanker hoorden ze pas toen het al lang te laat was. Daarom willen ze hun verhaal doen.
Wilfried, inmiddels voorzitter van SOS Nuchterheid, doet dat recht door zee, Johan wat aarzelender, en anoniem – op aanraden van zijn huisarts. Mogelijk heeft hij later nog een levertransplantatie nodig, en als de verzekering de link legt met het drankmisbruik in zijn verleden, komt die wellicht niet tussen.
Wilfried Van der Borght: ‘Mijn eerste pinten dronk ik op mijn 16de, toen ik met oudere vrienden begon uit te gaan. Drinken was heel gewoon, ik kon er ook goed tegen. Op mijn 18de deed ik mijn legerdienst, in Duitsland. Ik was sergeant, en we hadden als onderofficieren een aparte bar met een keur aan sterke dranken. Daar heb ik mijn beste vriend leren kennen: Johnny Walker. Ik had nog nooit whisky gedronken, maar daar kreeg ik de smaak te pakken.’
Johan: ‘Ik ben ook pas echt beginnen te drinken tijdens mijn legerdienst in Duitsland. Ik was barman en zat dus aan de bron. Ik had hotelschool gedaan, en toen mijn legerdienst afgelopen was, boden ze me een job als burger aan. En dus bleef ik de bar van de officieren runnen.
Toen ik jaren later naar België terugkwam, ben ik in de horeca blijven werken. Ik moest dus niet ver zoeken naar mijn dagelijkse dosis alcohol. Ik deed veel huwelijksfeesten, en als het feest gedaan was, hield ik mijn eigen huwelijksfeest, met massa’s pintjes. Ik dronk bijna twee bakken bier per dag. Allemaal geen probleem, dacht ik.’
Wilfried: «Als je afhankelijk wordt van drank, zoek je de milieus op waar gedronken wordt. Ik werkte op het ministerie van Onderwijs in Brussel. Elke middag gingen we met de collega’s naar de cafés in de buurt voor een paar glazen boterhammen. Toen ik slaagde voor een examen, werd ik verificateur in scholen, waar ik de boekhouding van de school en de inschrijvingen en aanwezigheid van de leerlingen moest controleren. Ik was dus altijd op weg en had veel vrijheid, wat ook heeft bijgedragen tot mijn probleem. In vrijwel alle scholen was er alcohol. Op het secretariaat, bij de directie… Om elf uur keek men daar al op het uurwerk: ‘Tijd voor een aperitiefje, zeker?’
Ik was ook actief in de gemeentepolitiek, en dat is een milieu waar écht veel gedronken wordt. Vraag het maar aan Ludo Van Campenhout (NVA-politicus die uit de politiek stapte vanwege zijn alcoholverslaving, red.).’
HUMO Wist je iets van de gezondheidsrisico’s van alcohol?
Wilfried: ‘Weinig. Ik voelde wel dat er van alles mis was. Je functioneert ook niet meer zo goed op het werk. De drank bepaalt hoe je dag er gaat uitzien.’
Johan: ‘Mij had de huisdokter weleens gewaarschuwd voor een vervetting van de lever. Maar als je stopt met drinken, herstelt de lever zich wel, zei hij er direct bij, dus maakte ik me geen zorgen en dronk vrolijk verder. Toen ik rond mijn 40ste na een wilde avond met vrienden op de spoed belandde, stelden ze een vervetting aan de lever vast. ‘Oppassen voor levercirrose,’ klonk het toen. Over kanker werd niets gezegd.
Mijn pogingen om te stoppen met drinken hadden weinig effect. Mijn probleem liep steeds meer uit de hand. Toen ik op een nacht het huis op stelten zette omdat ik groene marsmannetjes zag en in paniek de buren wilde waarschuwen voor een invasie, ben ik weer in het ziekenhuis beland. De levercirrose was een feit. Het was nu echt tijd om te stoppen.’
Bij mij werd de levercirrose vastgesteld op mijn 50ste, in 1996. Twee vijfde van mijn lever was verschrompeld. Een jaar later ben ik er eindelijk in geslaagd om te stoppen. Sinds 10 juni 1997 ben ik nuchter.’
HUMO En toen kwam, jaren later, die mokerslag.
Johan: «De tumor werd bij een routinecontrole ontdekt. Dat was eind 2018, net voor Kerstmis. Ik was al dertien jaar nuchter. In al die jaren waren mijn leverwaarden nooit spectaculair verbeterd, maar de toestand was stabiel, de lever deed zijn werk. Het was alsof het plafond van het dokterskabinet op mijn hoofd terechtkwam. Kanker? Ik? Na tien jaar? Waarom was ik dan gestopt?
Toen ik de transplantatiedokter zag, smeerde die het nog eens dubbel en dik op mijn brood. Die kanker komt door je alcoholmisbruik, zei hij beschuldigend. Dat was heel vernederend. Ik had net het slechtste nieuws in mijn leven gekregen. Ik deed al dertien jaar mijn best om geen druppel meer aan te raken. En dan werd ik zo gekleineerd om iets wat jaren terug gebeurd was. Moest ik daarvoor gestraft blijven? Ik voelde me een crimineel in het dokterskabinet. Dat was een heel moeilijk moment, en ik had een enorm foertgevoel. Het is alleen dankzij de steun van een team van psychologen dat ik toen niet hervallen ben.»
Wilfried: ‘Mijn grootste angst was altijd om slokdarmkanker te krijgen. Omdat ik tijdens mijn periode bij de AA twee leden had leren kennen, een vrouw en een man, die allebei slokdarmkanker hadden gekregen. Iedereen wist dat dat door het drinken kwam, alleen werd dat niet hardop gezegd. Ik had nooit iets gehoord over het verband tussen alcohol en kanker, maar ik begon zelf de link te leggen, door de mensen in mijn omgeving die ziek werden.
Ik kreeg mijn diagnose van leverkanker op 23 mei 2018. Ze hebben de tumor toen kunnen verwijderen, maar sindsdien sta ik elke dag op en ga ik elke avond slapen met dat zwaard van Damocles boven mijn hoofd. Want de tumor kan altijd terugkomen. In oktober vorig jaar hebben ze opnieuw vlekken op mijn lever gezien. Die hebben ze kunnen behandelen, maar het is elke keer bang toeleven naar de datum van de volgende controle.’
Johan: ‘Dat gevoel ken ik. De kans dat ik herval binnen de drie jaar is 75 procent, is mij gezegd in het ziekenhuis. We zijn nu tweeënhalf jaar verder. Het is leven met angst.’
Wilfried: ‘De meeste van onze lotgenoten schamen zich te diep om met hun verhaal naar buiten te komen. Of hun partner wil het niet. Daarom wil
ik het wel doen. De mensen moeten dit weten.’
HUMO Heb je spijt?
Wilfried: ‘Pfff… (Met plotse pretoogjes) Het is niet allemaal kommer en kwel geweest. Ik heb veel plezante momenten meegemaakt. Maar ja, het is uit de hand gelopen, en slecht geëindigd.’
Johan: ‘De kans dat ik in mijn ziekte herval binnen de drie jaar is 75 procent, is mij gezegd in het ziekenhuis.
We zijn nu tweeënhalf jaar verder. Het is leven met angst.’
Beeld Geert Van de Velde
Slimme lobby
Dat het verband tussen alcohol en kanker zo onbekend is, heeft ook met de lobby van de alcoholindustrie te maken, zegt Wim van Dalen, directeur van het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP. Hij verdiepte zich in de wereldwijde strategieën van de alcohollobby om onder meer het risico op kanker weg te houden uit de schijnwerpers, alle wetenschappelijke studies ten spijt.
Wim van Dalen: ‘Voor hen is dit gegeven natuurlijk een grote bedreiging. Ze doen er dus alles aan om alcohol af te schilderen als een volkomen normaal product dat bij een gezonde levensstijl hoort. Iemand die niet met drank kan omgaan, wordt gezien als een zwakkeling, iemand met wie iets mis is. Dat beeld creëren ze door steeds te hameren op het ‘verantwoord drinken’. Als je schade ondervindt, dan ligt dat niet aan het product, maar aan jou, is de impliciete boodschap. Jij hebt je onverantwoord gedragen, jij hebt het niet onder controle. In die zin begrijp ik wel dat mensen er niet zo makkelijk voor uitkomen dat ze een alcoholprobleem hebben. De industrie gaat bewust voorbij aan het feit dat de kans op serieuze gezondheidsklachten al toeneemt bij matig alcoholgebruik. Simpelweg omdat alcohol een kankerverwekkende stof is.’
HUMO Kankerorganisaties vinden het blijkbaar ook een heikel onderwerp,
net omdat ze patiënten geen schuldgevoel willen aanpraten.
Van Dalen: ‘Op de website van de Nederlandse vereniging van kankerbestrijding KWF staat alcohol bij één van de oorzaken, maar ze voeren er geen campagne rond. We hebben er al gesprekken over gevoerd, en we hebben de indruk dat ze bezorgd zijn om hun imago als ze de strijd met alcohol aangaan. De sponsors komen uit alle hoeken van de samenleving, en ze willen geen onrust veroorzaken over het onderwerp.
Ook in het Europees Kankerplan dat net is goedgekeurd, was het niet vanzelfsprekend om alcohol een duidelijke plek te geven. Dat is uiteindelijk toch gelukt. Maar het ligt heel gevoelig, terwijl het bij wetenschappers geen punt van discussie meer is.’
HUMO Moet er op alcoholverpakkingen een waarschuwing komen voor kanker, zoals op de sigarettenpakjes?
Van Dalen: ‘Dat vragen wij en onze collega’s in andere landen al lang. Maar dat wil de alcoholindustrie natuurlijk niet. Je zou kunnen stellen dat er achter de schermen een oorlog wordt uitgevochten. In het Canadese Yukon hebben ze een experiment gedaan met een kankerwaarschuwing op de etiketten van drankflessen. Dat bleek heel efficiënt te zijn om de kennis van de bevolking over het verband tussen kanker en alcohol op korte tijd te verhogen. Maar onder druk van de alcoholindustrie zijn die etiketten er weer afgehaald. In Ierland gaan onze collega’s van Alcohol Action Ireland het nu waarschijnlijk wel voor elkaar krijgen om een kankerwaarschuwing op de flessen te zetten. Dat zou de eerste in Europa zijn. In 2022 valt daarover de definitieve beslissing.’
Bij Kom op tegen Kanker verwachten ze wel wat weerstand van de alcohollobby wanneer ze volgend jaar met hun sensibilisering rond alcohol starten.
Gils: ‘Tot nu toe hebben we nog geen druk ervaren, maar we zijn nog in de researchfase. Het gevecht moet dus nog beginnen. We hebben natuurlijk al ervaring met de tabakslobby, en daar hebben we veel uit geleerd. Maar de industrie is erg machtig en gebruikt allerlei trucs om onder bestaande regels uit te komen.’
HUMO Op welke manier?
Gils: ‘In de winkel vind je op alle verpakkingen van levensmiddelen en frisdrank een etiket met een opsomming van de ingrediënten en de calorie-inname. Dat is een Europese verplichting. Maar de alcoholindustrie heeft daar, als enige, een uitzondering op gekregen: op de etiketten vind je nooit een verwijzing naar het aantal calorieën of een gedetailleerde lijst van de ingrediënten. Terwijl zo’n vermelding van het aantal calorieën mensen ook al kan aanzetten om wat minder te drinken, want alcohol is een dikmaker. Niemand weet precies hoe, maar ze hebben die uitzondering voor elkaar gekregen, zonder dat het echt opvalt.’
HUMO Het is een slimme lobby.
Gils (knikt): ‘Ze proberen overal een voet binnen te hebben. Een tijd geleden werden we als organisatie gevraagd om mee te stappen in een vereniging rond de aanpak van problematisch alcoholgebruik bij studenten. Maar toen we dat verder onderzochten, bleek dat die gesponsord werd door de InBev Foundation, de alcoholindustrie zelf. Toen hebben we afgehaakt, want dat vonden we niet kunnen. We werken ook nooit met sponsors.
Het is klassiek dat de industrie mee aan tafel probeert te zitten als er regels en wetten worden uitgestippeld door de overheid. In het geval van tabak kan dat niet meer: de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt in haar verdrag voor tabaksontmoediging dat er geen inmenging mag zijn van de tabaksindustrie in het beleid, bijvoorbeeld bij het bepalen van de taksen. Dat was een belangrijke mijlpaal in het gevecht tegen de sigaret. Maar voor de alcoholindustrie bestaat zo’n regel nog niet, terwijl dat al een grote stap vooruit zou zijn.’
HUMO IJveren jullie ook voor een kankerwaarschuwing op de verpakking?
Gils: ‘Zo’n waarschuwing op de verpakking heeft wel een effect, maar volgens onderzoek blijft dat toch beperkt. Meer impact hebben een hogere prijs en minder beschikbaarheid door het aantal verkoopspunten te beperken. Nu kun je in België overal dag en nacht alcohol krijgen. De minimumleeftijd waarop je alcohol mag drinken ligt bovendien erg laag: 16 jaar. In de meeste landen is dat 18 jaar. Als de overheid zou beslissen om die minimumleeftijd op te trekken, zou dat zeker een impact hebben.’
HUMO Dit thema ligt ook politiek gevoelig.
Gils (knikt): ‘De alcoholindustrie is een belangrijke werkgever, en dat spelen ze natuurlijk uit. Ik woon in Leuven, hier heb je InBev, en rond Brussel en Wallonië heb je ook een groot aantal brouwerijen. De overheid is daar zeer gevoelig voor.
We hebben nog een lange weg te gaan. Alcohol is gewoon overal en helemaal sociaal aanvaard. Kijk naar het televisieprogramma ‘Van hier tot in Tokio’: daar werd ook af en toe een glas gedronken, en dat vond iedereen heel normaal.
Het lastige is ook dat de beleidsmakers met wie je aan tafel zit, dikwijls ook matige drinkers zijn. Vandaag zijn er nog weinig ministers die roken, wat het gemakkelijker maakt om het tabaksbeleid erdoor te krijgen. Maar ik denk dat er heel weinig ministers zijn die nooit drinken. We merken ook dat veel huisartsen aarzelen om hun patiënten te wijzen op de negatieve effecten van gematigd drinken, omdat velen dat zelf ook doen. En heel veel hogeropgeleiden. Dat is dus echt een uitdaging. De mensen die je beleid moeten realiseren, zijn ook diegenen wier leven hierdoor zal veranderen. Ik denk dat dit nog weleens een moeilijker gevecht kan worden dan met de tabak.’
Beeld Lukas Verstraete
De tweede keer
Na haar borstkankerdiagnose onderging Caroline Griep een operatie, chemo, bestralingen en een hormoonkuur. Met resultaat, ze kwam erbovenop.
Griep: ‘Al die maanden had ik geen ogenblik naar alcohol verlangd. Maar dan. Mijn dochter gaf een feestje omdat ze afstudeerde. Ik neem toch een beetje champagne, dacht ik, met het dons nog op mijn hoofd. Als je maandenlang zo’n heftige behandeling hebt gehad, wil je daarna niets liever dan terug naar het leven zoals het was. En daar hoorde in mijn geval drank bij. Maar ‘een beetje’ is niet mijn sterkste kant, en al snel werd het dus meer.
’s Anderendaags had ik een kater en een loodzwaar schuldgevoel. ‘Waar ben ik mee bezig? Straks krijg ik weer kanker!’ Ik ben toen hulp gaan zoeken om te stoppen. Als ik nog eens kanker kreeg, wilde ik niet naar mezelf in de spiegel kijken en denken: had ik maar niet gedronken. Ik móést ermee stoppen om een soort innerlijke rust te krijgen. Die heb ik gekregen, vier jaar lang.
Het vervelende is dat ik nu, inmiddels vijf jaar later, weer kanker blijk te hebben. Als je borstkanker hebt gehad, is de kans één op vijf dat je binnen de vijf jaar uitzaaiingen hebt. En dan kunnen ze je niet meer genezen. Toen ik te horen kreeg dat de kanker terug was, stortte mijn wereld pas echt in. Ze kunnen wel nog veel voor je doen, zorgen dat het niet erger wordt met bestralingen, maar je wordt niet meer beter. Ik ben twee maanden erg depressief geweest.
Nu probeer ik er het beste van te maken. Bij mij zitten de uitzaaiingen in mijn botten. Zolang ze daar blijven, is het onder controle, maar de kans is groot dat ze over een paar jaar in mijn organen terechtkomen.’
HUMO Is het schuldgevoel er nog?
Griep: ‘Nee, dat niet. De eerste keer vond ik mezelf een stom rund, maar nu niet. Ik denk nu: het is in ieder geval niet gekomen omdat ik de afgelopen vijf jaar gedronken heb.
Het lukt me best om nog een prettig leven te hebben. Op dit moment zonder al te veel beperkingen, maar ik moet er wel steeds rekening mee houden, want ik ben snel moe. Kanker wordt steeds meer een chronische ziekte, en dat is nu mijn hoop. Ik drink nu ook weer af en toe een glas wijn, bij het eten. Ik word toch niet meer beter, en ik vind het lekker. Maar ik hou het bij één glas. Nu kan ik het dus wel.’